Strategisch Beleggingskader

Een modern Strategisch Beleggingskader spreekt zich op een samenhangende wijze uit over een viertal elementen. Het betreft de financiële doelstelling van het pensioenfonds, de risicomanagement beginselen, uitvoeringsbeginselen en de beleggingsbeginselen van het bestuur.

De financiële doelstelling en de uitvoeringsbeginselen zijn vertaald naar vijf niveaus in de beleggingsportefeuille.

Niveau 1: matching en return
Op het eerste niveau stuurt u op de verdeling over vastrentende en zakelijke waarden en de hoogte van de renteafdekking. Veelal wordt voor deze verdeling een bandbreedte vastgelegd. Deze strategische keuzes zijn direct gekoppeld aan de financiële doelstelling van uw pensioenfonds en worden gedreven door veranderingen in (de haalbaarheid van) deze doelstelling, de financiële positie en de buffer, het pensioencontract, demografie van de populatie, regelgeving en andere factoren. De financiële doelstelling wordt vertaald naar een overrendementsdoelstelling. Dit is het rendement van de beleggingen bovenop de waardeverandering van de verplichtingen van uw fonds. De beleidsuitvoering richt zich op het handhaven van de gestelde bandbreedtes van de strategische portefeuille en het terugbrengen van de portefeuille bij overschrijding van de bandbreedte.

Niveau 2: vermogensclusters
Op dit niveau legt uw fonds de returnportefeuille (uw zakelijke-waardenportefeuille) op hoofdlijnen vast: dus welk percentage wordt bijvoorbeeld belegd in aandelen of onroerend goed. Voor deze grote bouwstenen, die MN vermogensclusters noemt, stelt het bestuur ook vast waar ze aan moeten voldoen: het aansluiten bij de doelstelling en het verwachte rendement na kosten en risico. Bijzonder in onze advisering is dat wij stap voor stap risicofactoren kunnen toevoegen wat besluitvorming aanzienlijk vereenvoudigd. Het bestuur legt deze beleidskeuzes met MN vast in het Strategisch Beleggingskader. Het jaarlijkse beleggingsplan wat wordt gespecificeerd op onderstaand Niveau 3 wordt daarvan afgeleid.

Niveau 3: invulling van de vermogenscluster
Op niveau 3 gaat het om de invulling van de vermogensclusters met beleggingsproducten die het beste passen bij de strategische kenmerken van het vermogenscluster, plus de verdeling over deze beleggingsproducten. De nadruk ligt op het ontwerp van de mandaten voor de beleggingsportefeuille. Dit betreft onder andere de benchmark, het universum, allocatie naar actief/passief en kostenniveau. Ook de vertaling van uw uitgangspunten op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen worden hier vastgelegd.

Het bestuur als ‘architect’: na het invullen van de eerste drie niveaus heeft u uw bouwtekeningen gereed. Het bestuur heeft een beleidsbepalende rol ingenomen, met uitvoering veelal op het niveau van een beleggingscommissie en advisering door zowel de beleggingscommissie als MN als fiduciair manager.

De laatste twee niveaus omvatten het selecteren, aanstellen en ontslaan van individuele vermogensbeheerders via het aangaan van en het opzeggen van investment management agreements (IMA’s), en de selectie van de individuele vermogenstitels door de beheerders van de mandaten. MN is beleidsadviserend en beleidsuitvoerend op dit niveau.